Innerlijke polariteiten

De zoektocht naar vrijheid

In ieder van ons speelt zich een innerlijke strijd af.

Verschillende delen van jezelf — polariteiten — botsen voortdurend met elkaar. Je kunt ze herkennen als tegengestelde paren zoals “gelukkig” en “ongelukkig”, “krachtig” en “machteloos”, “open” en “gesloten”. Hun functie is uiteindelijk overleving: elk deel probeert jou op zijn eigen manier te beschermen.

Deze delen opereren niet op het niveau van motivatie of bewuste drijfveren. Ze werken op een dieper impliciet niveau — dat van impulsen, instinct, onmiddellijke reactiviteit — het niveau van context. Je kunt ze zien als subpersoonlijkheden met een eigen wil en agenda. Ze verschijnen sneller dan je kunt denken en sneller dan je kunt kiezen.

Een bruikbare metafoor hiervoor is The Hulk: iemand die in het dagelijks leven rationeel is — de dokter — maar in een split second kan verschuiven naar een kracht die vanuit een heel ander deel van hem opereert. Niet omdat hij dat wil, maar omdat dat deel eerder “aan het stuur” zit dan zijn bewuste zelf.

Zo gaat het in ons allemaal: ons denken vertelt één verhaal, maar diepere delen van ons bepalen vaak wat we voelen, hoe we reageren en welke keuzes we maken, lang voordat we het doorhebben.

Deze delen kunnen niet werkelijk ontvangen of geven. Ze zijn zelfgericht, voortgedreven door angst en verlangen.
De kern van het idee is dat ieder mens leeft binnen een web van beperkingen die zijn of haar waarneming en handelen vervormen en begrenzen.
Een natuurlijke expressie van jezelf wordt pas mogelijk wanneer de grip van die beperkingen verslapt of verdwijnt.

Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat veel van de schade die we ervaren in relaties, familie, werk, gezondheid of onze omgeving, voortkomt uit onze eigen acties die niet in ons eigen belang zijn.
We veroorzaken stress, pijn, conflict, verwarring, zelfsabotage, wantrouwen, onzekerheid, ontwijking of afstand, niet omdat we dat willen, maar omdat we een intern belangenconflict hebben.
Het is het innerlijke gevecht tussen wat we weten dat goed voor ons is, en wat we automatisch doen.

Laten we serieus kijken naar de problematiek die zoveel onnodige problemen veroorzaakt in ons leven en in de wereld om ons heen.
Een verrassend feit: De prijs die we persoonlijk betalen voor ons gebrek aan zelfbewustzijn is onzichtbaar voor onszelf. En omdat we het niet zien, hebben we ook geen toegang tot de oplossing er van.

Deze beperkingen kunnen zich in verschillende vormen laten zien.
Soms bevinden we ons in een context van vastzitten en zwaarte.
Er heerst dan een gevoel van, moedeloosheid, verwarring, berusting, : “zo is het nu eenmaal.”
Het is de filter van het automatische verleden, die alles bij het oude probeert te houden.

Op andere momenten overheerst een context van activiteit en drang.
Dit komt tot uiting als onrust, haast, drukte, overcomitted zijn, ambitie. Of de reflex om onmiddellijk iets te willen oplossen.
Het is de filter van reactiviteit, die probeert het heden te veranderen op basis van impulsen uit het verleden. Misschien een psychologische structuur die je hebt geërfd van je ouders.

Voorbeeld:
Je hoort dan een stem zeggen: “Je zult nooit iets bereiken. Je zou beter moeten zijn.” En het straft jou, als in naar binnen gekeerde agressie.
Iemand wiens innerlijke beperking luidt: “vermijd conflict koste wat het kost,” zal niet in staat zijn een duidelijke positie in te nemen, zelfs wanneer hij of zij verstandelijk weet dat het nodig is.
De beperking zit dan achter het stuur en jij betaalt de prijs.

Aan de andere kant leeft er ook een deel in jou dat openstaat voor weten en kennis. Dat deel herinnert je eraan dat je hier niet bent om iets specifieks uit de wereld te halen, maar om te ontdekken wie je werkelijk bent. Het leven draait om inzicht en uiteindelijk om vrijheid. Vanuit het herkennen van die polariteiten, het verstarde en het opgejaagde, ontstaat helderheid en een nieuwe mogelijkheid.

Mensen vragen mij weleens: “Greg, wat is het doel van het leven?”
Ik zou niet weten wat het doel is van het leven, maar er valt wel wat te zeggen over het doel in het leven. Voor zover er een doel is, is dat doel vrijheid.

Hoe weten we dat? Omdat alles wat we doen, hoe klein of groot ook, een poging is om ons te bevrijden van een gevoel van beperking. Wanneer je iets nastreeft – een object, een beleving, een doel, een ervaring – dan gaat het nooit écht om dat object zelf. Het gaat om het verlangen dat de beperking die voelt je verdwijnt.

Denk aan rijkdom. Je wilt geen geld puur en alleen om het geld. Wat je werkelijk zoekt, is vrijheid van het gevoel van onzekerheid dat geen geld je brengt. Of neem relaties: je wilt niet de relatie om de relatie, maar omdat je hoopt dat het je bevrijdt van eenzaamheid. Zelfs een studie of leren is zo: je wilt geen kennis om de kennis, maar omdat je vrij wilt zijn van de pijn van onwetendheid. We zoeken afleiding om niet te hoeven voelen wat een stemming als angst of verveling ons probeert te laten zien over de aard van ons zijn.

Dus je verlangen is evenredig met je weerstand.

Voorbeeld:
Ooit zat ik in een ruimte met collega’s en ik voelde me niet op mijn gemak. Wat deed ik dan? Ik hield mezelf in. Ik had meningen die ik niet heb gedeeld. Achteraf baalde ik hier van. Mijn houding was die van “de aangename, meegaande persoon.”
Daar win je niet direct iets mee, maar die houding legt een beperking op je geluk en je zelfrespect. En daar wil je van af.
Het was een leugen.

De vraag die ik me achteraf stelde: “Is het waar dat ik zo moet zijn, of is het enkel een verhaal dat ik ben gaan leven?”

Het antwoord: “Nee, dat is niet waar. Ik ben mezelf aan het vergelijken. Dat is niet mijn hoogste optie.”

Het inzicht: Ik had een (onbewust) oordeel over mezelf en de mensen die in dezelfde ruimte aanwezig waren. Dat zette mij vast in een vooraf bepaalde context.

Een interessant gegeven is; we herkennen vaak heel goed wat juist is en wat ons zou dienen, en tóch doen we het tegenovergestelde. Er is een beschermend en ingrijpend mechanisme werkzaam in je. Daar loop je op leeg.
Je merkt bij jezelf: “Hey, dit doet iets met mij en niet zoals ik dat zou willen. Het voelt wat disempowering. Voelt niet heel krachtig.”

Dat innerlijke geweten is ingebouwd in ons allemaal. Negeer je het, dan ontstaat er spanning en onvrede. Dat is wat we lijden noemen. We weten niet hoe te handelen, welke keuze te maken of welke weg te gaan. Precies deze situaties zijn een uitnodiging om naar binnen te keren en zelfonderzoek te doen. Die situaties laten ons zien hoe waardevol zelfkennis is en hoe juist het samenspel van zelfkennis en actie onze problemen kan oplossen.

Echte vervulling vind je dus niet in het najagen van dingen — status, macht, erkenning, bekendheid. Die dynamiek is per definitie zero-sum: je jaagt iets na, je behaalt het, en meteen verschuift de lat. Het geeft een korte piek, maar nooit rust. Vrij snel stijgen die uiterlijke successen naar je hoofd en begin je te geloven dat jij dát bent. Je zet jezelf vast in een overtuiging die je moet blijven geloven en verdedigen. Dit kun je lang vol houden, er zijn mensen die 50 jaar lang bekend zijn, maar erkenning of roem is niet het geheim voor een vervuld leven. Er is veel te doen omtrent celebrities en het effect van hun gedrag. Zo is narcisme een vaak voorkomend fenomeen binnen deze groep mensen. Dat zien we tegenwoordig geregeld in de media terug.

We leven met een enorme hoeveelheid overtuigingen, voorkeuren, meningen en zelfbedachte regels, maar zonder een gedeeld fundament. We zijn een globaal volk geworden dat vooral doet: creëren, consumeren, reageren. En onder al die activiteit ligt een complex zelf zonder basis, zonder gemeenschappelijke basis. Er is niet veel dat echt betekenisvol voelt, behalve dat iets goed voelt, interessant of aantrekkelijk is, of tijdelijk voldoening geeft. En jij denkt: “Ik heb geen idee wat ik moet doen”

Vervulling ontstaat door de innerlijke dynamiek te doorzien die je onbewust in stand houdt. Het begint in de verschuiving van de relatie met jezelf en door bewust te zien wie je aan het zijn bentnaar jezelf luistert in relatie tot de thema’s in je leven.

Veel van wat we denken wordt gevormd door kennis via de wetenschap (en 267 TikTok guru’s).
Het overheersende idee dat overal wordt uitgedragen, is dat jij een afgescheiden individu bent. Incompleet, beperkt en dat je in wezen niets weet. Je wordt voorgesteld als iemand met voorkeuren; dingen die je wilt en dingen die je niet wilt, en dat is ongeveer de reikwijdte van wie je bent.
Wetenschappers vertellen je dat alles biologisch is bepaald: dat je hersenstructuur je drijft tot competitie en het najagen van status. Dat we leven in een mechanische werkelijkheid (de mind is een cognitieve informatie processor), gebaseerd op oorzaak en gevolg.
“Denk positief zodat…” of “verander iets in je omstandigheden zodat…”, “optimaliseer jezelf zodat…” — dat is het narratief waarin de mens voortdurend iets moet doen om beter te worden. Of dat A.I. ons straks zal gaan vervangen en wij overbodig worden, omdat die systemen veel slimmer en sneller zijn.
En hoewel dat tot op zekere hoogte waar is, is het niet het hele verhaal en uiteindelijk klopt het niet.

Een verhaal beschrijft hooguit een functie; wat te doen of hoe je iets kunt veranderen en/of optimaliseren. Daar is niets mis mee (ook met de guru’s niet), maar het is reductief en zegt niets over je geleefde ervaring; wie jij aan het zijn bent en de beperkingen die jij onmiddellijk ervaart. Een verhaal geeft je geen toegang tot die onmiddelijkheid.

Verhalen zijn bovendien verslavend, want de mind houdt vanuit gewoonte meer van commentaar in plaats van contact.
Een verhaal geeft toch de illusie van controle en begrip.
“Ah, nu begrijp ik waarom ik dit goed vind!”
Dat voelt geruststellend, maar het is niets meer dan een nieuw, geraffineerder verhaal.
Een subtielere laag binnen dezelfde context.

Er bestaan eigenlijk twee werkelijkheden waarin iets kan bestaan: die van de feiten; dat wat er nu is of heeft plaatsgevonden, en die van de verhalen; dat wat er over verteld wordt - altijd er na. En die twee lopen voortdurend door elkaar heen.

Het fundamentele probleem is dat deze twee werkelijkheden in elkaar zijn gezakt, samengeklonterd tot een ononderscheidbaar “ding”, die ons onze kracht ontneemt. Die verklontering creëert een interne logische loop waarin onze verhalen onze ervaring filteren en onze gefilterde ervaring vervolgens onze verhalen bevestigt. Zo raken we, zonder dat we ons daar bewust van zijn, gevangen in een vooraf bepaalde werkelijkheid, de vicieuze cirkel.

Dus de geïnterpreteerde “waarheid” verhuist van concept naar een belichaamde, automatische manier van zijn. Je hoeft niet langer na te denken over die aangepaste houding; je bent die houding geworden, een aangepast mens.
Je voelt in je hele systeem, direct en zonder woorden: zo bén ik, zo hoort het, zo overleef ik.
Het verhaal gebruikt jou.

In een familieopstelling wordt dit vaak zichtbaar: hoe feiten en verhalen in elkaar grijpen.
Iemand leeft bijvoorbeeld in het verhaal en lot van een eerder familielid, een grootvader die jong stierf, alsof het zijn of haar eigen werkelijkheid is.

Binnen het verhaal lijkt het alsof er verschillende opties zijn, maar dat is een illusie. Het verhaal en de opties zijn één geheel. Wat eruitziet als keuze, is in werkelijkheid slechts beweging binnen de bekende marges.
De neiging om dat wat binnen dat verhaal niet werkt uit te leggen, te camoufleren of te vermijden, stelt jou feitelijk in dienst van datzelfde verhaal. Je blijft dan handelen binnen de marges van wat je al kent.

Daarom doen mensen jaar in, jaar uit hetzelfde, terwijl ze hopen op een ander resultaat. Dat is de reden waarom ze zich afvragen, in die momenten van stilte, waarom datgene wat ze bereiken hen niet werkelijk voedt.
Wat je wilt is impact op de “onderstroom” zoals dat in een opstelling wordt genoemd en niet binnen het verhaal.
De onderstroom is de context.

Impact in de context geeft een andere resultaat dan verandering in de content of het verhaal. Het verdringen van de polariteiten is instandhouding. Positief denken is daar een voorbeeld van.
Want: waar heb je positief denken eigenlijk voor nodig wanneer dingen gewoon werken? Waarom niet gewoon helder of normaal denken wanneer het goed gaat? Mensen zijn voortdurend aan het werk om het leven te laten werken, maar als het leven ‘echt’ werkte, dan zouden ze niet zo hard werken.

Dat wil je dus vóór zijn en onder ogen komen, want dat is de enige weg naar een werkelijk nieuwe mogelijkheid. De context bepaalt wat er binnen die context verschijnt.
Een verschuiving in context verandert vanzelf wat er zichtbaar wordt, wat je voelt, wat je begrijpt en welke acties er mogelijk worden.

*Non-dualiteit gaat over bevrijding. Dat betekent niet dat er niets meer gebeurt, maar dat je ziet dat er nooit echt een scheiding was tussen jou en wat er gebeurt. Het is een andere context.
In dat inzicht ligt vrijheid — vrijheid van lijden, van spanning, van de reflex om gevoelens weg te duwen of te analyseren.
Vrijheid om te zijn met wat is.